‘Drainology’ in het tijdperk van het ERAS in thoraxchirurgie

‘Een succesvolle vroege mobilisatie van de patiënt in een thorax ERAS-programma is sterk verweven met andere belangrijke praktijken, zoals het vroegtijdig verwijderen van thoraxdrains en pijnbeheersing met weinig opioïden. Objectieve gegevens van een digitaal drainagesysteem kunnen een essentiële rol spelen in de ondersteuning van het perioperatieve team zodat de zorg binnen een ERAS-kader kan worden geharmoniseerd.’

Kernboodschap

Digitale gegevens over thoraxdrainage kunnen bijdragen aan betere herstelmogelijkheden en -doelen na thoraxchirurgie

Samenvatting

Dr. Martin besprak de meest recente richtlijnen voor een verbeterd herstel na longchirurgie, die in 2019 gezamenlijk zijn uitgegeven door de Enhanced Recovery After Surgery (ERAS) Society en de European Society of Thoracic Surgeons (ESTS).¹ De 45 elementen van de perioperatieve aanbevelingen bieden een patiëntgerichte aanpak om een veilige, snelle postoperatieve homeostase, comfort en mobilisatie te bereiken. Hierdoor worden het thuisherstel en de snelst mogelijke terugkeer naar normale activiteiten mogelijk, met optimale klinische resultaten na thoraxchirurgie.

De rol van ‘Drainology’

Drainology speelt een essentiële rol in de optimalisatie van postoperatieve comfortzorg, en mobilisatie van de patiënt. Thoraxdrains zijn een belangrijke bron van postoperatieve pijn en ongemak, die samen met luchtlekken en een longontsteking een groot struikelblok vormen voor een succesvolle ERAS. Een alomvattende benadering van thoraxdrainbeheer is afhankelijk van ERAS-strategieën voor pijnbeheersing met weinig opioïden en vroege mobiliteit.² Op basis van klinische ervaring bij meer dan 1500 patiënten, beveelt Dr. Martin bijvoorbeeld het intraoperatieve gebruik van langwerkende intercostale blokken aan, om postoperatieve pijn van de thoraxdrain voor te zijn. Tegelijkertijd ondersteunt een vroegtijdige verwijdering van de thoraxdrain het gebruik van pijnstillers met weinig opioïden en vereenvoudigt het de vroege mobilisatie, die essentieel is voor het succes van ERAS.³

Experts bevelen onder meer het volgende aan voor het beheer van ERAS-compatibele thoraxdrain:

• gebruik één slang in plaats van twee

• gebruik slangen van een kleiner kaliber

• vermijd een routinematige toepassing van wandafzuiging

• gebruik digitale drainage om de variabiliteit in besluitvorming te verminderen.²

In haar instelling volgen Dr. Martin en haar team de eenvoudige regel ‘Geen A, Geen B, Geen C’, wat inhoudt dat de thoraxdrain verwijderd wordt als er geen lucht, bloed of chylus is, ongeacht het drainagevolume. Het is eenvoudig om bloed en chylus te evalueren, terwijl beslissingen over de behandeling van luchtlekken beïnvloed kunnen worden door de keuze van het thoraxdrainagesysteem. Bovendien kan de mogelijkheid om patiënten naar huis te laten gaan met een draagbaar, digitaal drainagesysteem de opnameduur verkorten.

Klinische tip

Dr. Martin liet een handige klinische tip zien voor het sluiten van de wond na het verwijderen van een thoraxdrain. Daarbij wordt een monofilament resorbeerbare hechtdraad met weerhaakjes gebruikt die de wond sluit, het ongemak van de hechtdraad wegneemt en de patiënt onmiddellijk in staat stelt om te douchen.⁴ Tot slot meldde ze dat er nieuwe richtlijnen op komst zijn van de Society of Thoracic Surgeons en benadrukte ze dat chirurgen, ongeacht hun praktijkidealen, uiteindelijk beslissingen moeten nemen over het thoraxdrainbeheer op basis van hun praktijksituaties, en dat ze ook rekening moeten houden met de sociaaleconomische situatie en perspectieven van hun patiënten, met betrekking tot vroegtijdig ontslag naar huis en ontslag met een thoraxdrain.